Niet alle mensen ervaren precies dezelfde gevoelens tijdens een depressie. Bij een depressie voelen sommige mensen zich langere tijd achter elkaar somber. Ze voelen zich verdrietig, leeg of hopeloos. Anderen verliezen gedurende langere tijd interesse of plezier in bijna alles wat ze ondernemen.
Andere kenmerken van een depressie verschillen ook tussen mensen. Meestal spreken professionals van een depressie als mensen bijna iedere dag vijf of meer van de onderstaande gevoelens ervaren voor minimaal twee weken. Daarbij is óf een somber gevoel óf het verlies van interesse/plezier altijd aanwezig bij een depressie.
Iemand met een depressie ervaart altijd problemen in het alledaagse leven: bijvoorbeeld in sociale contacten of op het werk. Iemand met een depressie kan in deze situaties niet meer goed functioneren. Iemand kan op zijn werk overspannen raken of met een burn-out thuis komen te zitten. Iemand kan ook vriendschappen of zijn relatie verliezen door de depressie of kan niet meer goed voor zijn gezin zorgen.
Professionals stellen een depressie meestal vast aan de hand van de DMS-V criteria. Soms kunnen de klachten ook verklaard worden door een ander ziektebeeld.
Alle mensen ervaren weleens een dip of sombere gevoelens. Die dips kunnen veroorzaakt worden door kleine of grote tegenslagen.
Mensen die in een dip zitten sluiten zich vaak af voor anderen en hebben geen zin om dingen te ondernemen. Ze gaan bijvoorbeeld niet meer naar feestjes, etentjes met vrienden of ze slaan hun wekelijkse sportavond over. Ook het piekeren over negatieve gebeurtenissen kan toenemen. Iemand ervaart meer gevoelens van irritatie en kan emotioneel reageren. Iemand kan chaotischer zijn in planning en organisatie dan normaal, vergeet kleine afspraken en lijkt afwezig. Iemand ervaart geen grip meer op zijn leven. Ook kan iemand vaak wakker liggen of juist het gevoel hebben dat hij de hele dag wil slapen.
Nu is het niet zo dat iedereen bij elke grote of kleine tegenslag in een depressie zal raken. De manier waarop iemand denkt en waarop iemand omgaat met tegenslag lijkt daarbij belangrijk.
Sommige mensen kunnen na een dip hun leven weer goed oppakken. Bij anderen lukt het minder goed om hun negatieve gedachten te ontwarren. Sommige mensen vinden het lastig om negatieve gedachten van zich af te zetten en zullen blijven piekeren. De stroom aan negatieve gedachtes is onophoudelijk. Als de negatieve gedachtenpatronen te vaak of te veel voorkomen en gepaard gaan met veel klachten dan kan dit uitmonden in een depressie.
Een terugval is vaak te herkennen aan het ontstaan van een dip. Lees “Hoe herken je een dip”. Om meer grip te krijgen op jezelf en terugval te voorkomen raden wij Preventieve Cognitieve Training aan. De training biedt bescherming tegen terugval, zelfs over 2 tot 20 jaar, zoals blijkt uit onderzoek.
Het komt vaak voor dat mensen die hersteld zijn van een depressie, later toch opnieuw depressief worden en soms ook angstklachten krijgen. Daarom is het belangrijk dat mensen die ooit een depressie hebben gehad, aandacht besteden aan het voorkomen van een terugval in een depressie.