Antidepressiva

Antidepressiva (medicijnen)

Bij langdurige en ernstige depressieve klachten kunnen medicijnen uitkomst bieden. Deze antidepressiva beïnvloeden stoffen in de hersenen, die bepalend zijn voor de gevoelens en die een sombere (of vrolijke) stemming veroorzaken.

Die stoffen of mechanismen heten neurotransmitters. Ze zorgen ervoor dat de verschillende zenuwen goed met elkaar communiceren. Bij depressie is de werking van twee soorten neurotransmitters ontregeld, namelijk van serotonine en noradrenaline. Antidepressiva proberen de werking weer te herstellen.

De werking

Het is nodig dat de neurotransmitters hun werk blijven doen, dus de communicatie tussen zenuwen op gang houden. Ze moeten niet te snel in één zenuw worden opgenomen. Om die (her)opname in de zenuw te vertragen en te zorgen dat neurotransmitters zich blijven bewegen tussen zenuwen in, worden antidepressiva ingezet. Wil je precies weten hoe dit werkt? Kijk dan op www.spreekuurthuis.nl/themas/depressie/informatie/oorzaken. Antidepressiva werken niet direct, het duurt twee tot vier weken voordat je merkt of ze effect hebben. Maar het kan ook wel zes weken duren. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat antidepressiva voor veel mensen met een ernstige depressie goed werken en ook redelijk goed verdragen worden. Een huisarts of psychiater kan antidepressiva voorschrijven wanneer psychotherapie en andere pogingen tot herstel niet helpen. Of als de patiënt weerstanden heeft tegen psychotherapie en uitdrukkelijk om medicatie vraagt. Maar niet bij een beginnende depressie. In de eerste maanden van een lichte depressie zijn er alternatieven die kunnen helpen. Bij een niet ernstige depressie kan Sint-Janskruid een alternatief zijn voor een antidepressivum. En bij een seizoensdepressie kan lichttherapie uitkomst bieden. Lees ook over de ervaringen van een vrouw bij: ‘Liever medicijnen dan jarenlang aanmodderen’.

Hou je van een stevig wetenschappelijk artikel over de werking? Lees dan deze van mevrouw Trudy De Hue: ‘Onbesuide popularisering’ uit de Groene Amsterdammer.

Soorten antidepressiva

Globaal zijn antidepressiva onder te verdelen in twee types: de relatief nieuwe SSRI’s en de al wat oudere (‘klassieke’) Tricyclische Antidepressiva (TCA’s). Er zijn nog meer types, maar die worden meestal pas ingezet als deze twee teveel bijwerkingen hebben. Lees meer over soorten antidepressiva.

Vragen en antwoorden over antidepressiva

Er is veel geschreven over de werking van antidepressiva. Zorgverzekeraar VGZ en de Depressie Vereniging hebben de handen ineen geslagen om antwoorden te geven op veel gestelde vragen. Vragen en antwoorden over antidepressiva

Evenwichtige informatie wordt ook geboden op de Factsheet NedKAD antidepressiva 2017.

Bijwerkingen antidepressiva

Bijwerkingen zijn ongewenste of onbedoelde effecten die optreden bij bijvoorbeeld het gebruiken van medicijnen. Antidepressiva kunnen bijwerkingen geven. Lees meer over bijwerkingen antidepressiva.

Slaap- en kalmeringsmiddelen

Vaak gaat een depressie gepaard met een verstoord slaappatroon. Je komt dan moeilijk in slaap of hebt moeite hebt met doorslapen. Daarom worden, aanvullend aan een antidepressivum, wel slaapmiddelen gebruikt. Een benzodiazepine, een slaap- en kalmeringsmiddel, wordt meestal kortdurend voorgeschreven. Lees meer over slaap- en kalmeringsmiddelen Wie depressieve klachten heeft, kan terecht bij uiteenlopende professionals voor behandeling.

Psychologische therapie, psychotherapie

Psychotherapie

Als kortdurende begeleiding niet helpt kan psychotherapie uitkomst bieden. Er zijn drie varianten.

Psychotherapie is een vorm van gesprekstherapie. Hulpverleners laten zich bij hun keuze voor één van de varianten leiden door de Multidisciplinaire Richtlijn Depressie. De kans op succes is het grootst bij de eerste variant: cognitieve gedragstherapie. Maar dat kan natuurlijk per individu verschillen. Bij alle drie de soorten kan, zeker bij ernstiger vormen van depressie, een combinatie met medicijnen gewenst zijn.

1. Cognitieve gedragstherapie (CTG)

Bij cognitieve gedragstherapie duik je niet in het verleden maar staat het heden centraal, vooral je eigen gedachtenwereld. Het zou best kunnen dat iemand zieker wordt door zijn manier van denken. Bijvoorbeeld de gedachte, dat het allemaal aan jou ligt dat je je beroerd voelt, of dat iedereen je wel stom of lastig zal vinden. Is de manier van denken en voelen te veranderen? Kun je nieuw gedrag aanleren? Dat zijn kernvragen in de therapie. Bij CTG gaan therapeut en cliënt na, welke gedachten en gedragingen tot depressieve gevoelens leiden. Onder welke omstandigheden komen die negatieve gedachten en gevoelens het meest naar voren? De cliënt krijgt bij deze therapie meestal ook concrete opdrachten, bijvoorbeeld om een tijdje een dagboekje bij te houden. Dat kan helpen om beter inzicht te krijgen in wat er precies gebeurt en in wat je daarbij denkt en voelt. CTG is een vorm van gedragstherapie. Tegenwoordig overlappen CTG en gedragstherapie elkaar. Oorspronkelijk lag bij gedragstherapie het accent op gedrag en bij CTG op de gedachten. Maar bij de tegenwoordige therapie komt het allebei aan de orde. Cognitieve gedragstherapie vindt in beperkte tijd plaats, bijvoorbeeld in tien sessies van drie kwartier. De kosten worden vrijwel altijd door de zorgverzekeraar betaald, afgezien van het wettelijk bepaalde eigen risico.

2. Interpersoonlijke therapie (IPT)

Als problemen met sociale relaties een grote rol spelen, valt interpersoonlijke therapie te overwegen. Veranderingen in belangrijke relaties kunnen een depressie uitlokken bij mensen die daar gevoelig voor zijn. Dat kan bijvoorbeeld het verlies van een dierbare zijn of een ernstig conflict. Ook door pensionering kunnen ineens teveel contacten wegvallen. Lees bijvoorbeeld over de ervaringen van de gepensioneerde leraar “Terug naar je eerste herinnering”. In de behandeling gaan therapeut en cliënt na hoe contacten bijdragen aan het ontstaan of in stand houden van depressieve gevoelens. Zij staan bijvoorbeeld stil bij gevoelens van rouw of bij conflicten. Je bespreekt in de therapie hoe je kunt proberen meer positieve ervaringen te gaan opdoen. Het aantal gesprekken is afhankelijk van de ernst van de depressie. In het algemeen kun je denken aan 12 tot 16 sessies van drie kwartier. Maar het kan ook minder of meer zijn. De kosten worden vergoed volgens de voorwaarden van de ziekteverzekeraar, met uitzondering van de wettelijk verplichte eigen bijdrage. Voorwaarde is, dat de therapeut of instelling een contract hebben met de verzekeraar.

3. Inzichtgevende therapie

Er bestaan verschillende namen voor deze therapie, die afkomstig is uit de psychoanalyse. De Multidisciplinaire Richtlijn Depressie spreekt van psychodynamische therapie, elders heet het kortdurende psychoanalytische steunende therapie. Maar de meest gangbare naam is inzichtgevende therapie. Tijdens gesprekken met de therapeut probeer je meer inzicht te krijgen in de achtergrond van de psychische klachten. Deze gesprekken zijn wat minder gestructureerd. De hulpverlener spoort je aan je gedachten de vrije loop te laten. Daardoor kun je erachter komen wat er in jouw situatie speelt. Zo kun je vragen hebben bij relaties. Maar er kunnen ook dingen naar boven komen, die al langer geleden zijn gebeurd en misschien ‘verstopt’ waren geraakt. Deze kunnen mede verklaren waarom je nu op een bepaalde manier denkt en voelt. Ook in deze therapie bespreek je hoe je tot gedachten, gevoelens en gedrag kunt komen die maken dat je je beter voelt. Het aantal sessies is afhankelijk van de problematiek, meestal is 15 gesprekken het maximum. Als de therapeut of instelling een contract hebben afgesloten met de zorgverzekeraar, worden de kosten vergoed (afgezien van de eigen bijdrage). Het is aan te bevelen dit na te gaan bij de verzekeraar.

Welke therapie kiezen?

Er is het meest bewijs voor de positieve werking van cognitieve gedragstherapie. Maar dat wil niet zeggen dat het voor iedereen persoonlijk het beste is. Zeker wanneer de depressie ernstig is, is een combinatie met medicijnen gewenst. Minstens zo belangrijk als het soort therapie is, dat je vertrouwen hebt in de hulpverlener. Tijdens de therapie werk je intensief samen met de psychotherapeut. Het is daarom van groot belang dat je je op je gemak voelt bij deze persoon. Als het niet ‘klikt’ zal de behandeling geen succes hebben en moet je op zoek gaan naar een andere behandelaar.